2. Van stappenteller tot activiteitenmeter

Iwata:

Toen Sugiyama-san en de anderen hun uitstapje ondernamen om jullie technologie te bekijken, had Panasonic toch al activiteitenmeters?

Tooyama:

Ja, vandaag heb ik een product van de eerste generatie meegenomen.

Kitado:

(Laat een activiteitenmeter zien.) Dit is ‘m. We hebben deze ontwikkeld toen onderzoek naar stofwisselingssyndroom10 verplicht werd gesteld in Japan.10. Onderzoek naar stofwisselingssyndroom: het stofwisselingssyndroom beschrijft de aandoening die ontstaat door een combinatie van lifestyle-gerelateerde ziektes, van viscerale obesitas tot hoge bloeddruk, een verhoogd vetgehalte in het bloed en hoge bloedsuiker. In Japan is in 2008 in een herziening van de Health Insurance Act bedongen dat verzekerden van 40 jaar en ouder worden onderzocht en medische begeleiding krijgen voor deze aandoening.

Iwata Asks
Iwata:

Hoe lang doen jullie al onderzoek naar activiteitenmeters?

Kitado:

Sinds een jaar of vijf, zes. Een van de redenen was de hogere notering van zoekwoorden als “dieet” en “stofwisselingssyndroom” in Japan.

Iwata:

Kun je kort aan onze lezers uitleggen wat het verschil is tussen een stappenteller en een activiteitenmeter?

Kitado:

Natuurlijk. Een stappenteller gebruikt een versnellingsmeter11 om de verplaatsing van het lichaam te registreren, zodat kan worden gemeten hoeveel stappen iemand ongeveer op een dag neemt en hoeveel activiteit er plaatsvindt. Een activiteitenmeter maakt gebruik van dezelfde versnellingsmeter, maar naast lopen registreert het ook allerlei dagelijkse activiteiten zoals werk in het huishouden en bewegingen op de werkplek, om te meten hoeveel calorieën er zijn verbrand.11. Versnellingsmeter: een onderdeel dat veranderingen in snelheid registreert.

Iwata Asks
Iwata:

Als je een activiteitenmeter gebruikt, is het mogelijk om de dagelijkse activiteiten nauwkeuriger te meten.

Kitado:

Ja. Als je bijvoorbeeld een stappenteller gebruikt, krijg je zelfs als je van loopsnelheid verandert hetzelfde aantal verbrande calorieën voor hetzelfde aantal stappen. Een activiteitenmeter meet naast het aantal stappen de intensiteit van de activiteit in MET-eenheden. Het kan een betere berekening maken van hoeveel calorieën er op een dag zijn verbrand.

Iwata:

Een activiteitenmeter kan het verschil in verbrande calorieën meten tijdens klusjes en werkzaamheden waarbij niet wordt gelopen en dus niet kunnen worden gemeten door een stappenteller. Afhankelijk van het soort activiteit draag je ze op verschillende plekken, zoals je heup of arm.

Kitado:

Als je calorieënverbruik nauwkeurig wilt meten, kun je de versnellingsmeter het beste ergens dicht bij de torso of de centrale as van het lichaam de bewegingen laten registreren. Als je het bijvoorbeeld op je enkel bevestigt, is de afstand tot het middelpunt van je zwaartepunt groot, waardoor er niet goed wordt gemeten.

Iwata:

Je kunt het apparaat het beste bij het middelpunt van je lichaam plaatsen. Je bevestigt de Fit Meter aan je heup. Verloopt de meting hetzelfde als je hem in je broekzak stopt?

Kitado:

Voor lopen maakt dat niet zo veel uit, maar als tijdens de lichaamsbeweging alleen je broekzak zou bewegen, pakt de versnellingsmeter dat op en dan gaat het fout. Het zou meestal wel werken als je het in een zak stopt die dicht tegen je lichaam zit.

Iwata:

Dus in feite registreert de versnellingsmeter in het apparaat constant beweging, het maakt een schatting van hoeveel activiteit er is aan de hand van de hoeveelheid beweging en berekent het aantal verbrande calorieën. Klopt dat?

Kitado:

Dat klopt.

Iwata:

Ik neem aan dat het lang duurde om dit te maken. Wat was het moeilijkste aan de ontwikkeling?

Kitado:

Eerst hebben we aan het programmeren gewerkt, maar het testen was erg moeilijk.

Tooyama:

We vergeleken de schatting van het aantal verbrande calorieën, door het prototype berekend dat we hadden gemaakt, met het aantal verbrande calorieën dat op een andere manier was gemeten. We hebben toen aanpassingen gemaakt om de verschillen tussen de twee methodes te verkleinen om ons logisch proces te laten werken. De experimenten zelf waren erg lastig.

Iwata Asks
Iwata:

Wat voor soort experimenten?

Tooyama:

We vroegen bijvoorbeeld aan testers om een speciaal masker te dragen dat hun ademhaling kon meten. Zo konden we bepalen hoeveel koolstofdioxide er in een korte periode wordt uitgeademd. Ook vroegen we aan hen een groot stuk op een loopband te rennen. We hebben er veel mensen bijgehaald en hebben de experimenten herhaald.

Iwata:

Ik neem aan dat je verschillende resultaten krijgt op basis van de leeftijd en het geslacht van de deelnemers. Je moest dus allerlei soorten mensen verzamelen.

Tooyama:

Dat klopt.

Iwata:

Ik weet nog dat men in het bedrijf opmerkte dat de ontwikkelingskamer nogal naar zweet rook toen het team aan Wii Fit werkte. Je bewoog je lichaam elke dag voor de metingen, dus ik dacht dat de ontwikkeling je wel actief zou houden.

Tooyama en Kitado:

(Kijken elkaar aan.)

Iwata:

Niets te zeggen? (Lacht.)

Kitado:

Hm, de ontwikkelaars die de experimenten uitvoerden, worden ook wat ouder…

Allen:

(Lachen.)

Kitado:

Als je nauwkeurige gegevens wilt krijgen, moet je een bepaalde tijd met een bepaalde intensiteit trainen. Maar het probleem was dat de ontwikkelaars te moe werden en halverwege opgaven. Zo hadden we dus geen gegevens over intense trainingen. Het was hard werken! (Lacht.)

Iwata:

Ik begrijp het. Er is een constante inspanning nodig van een bepaalde intensiteit en tijdsbestek om bruikbare gegevens te krijgen. Dus je had zoiets van: “Dit schiet niet op, overnieuw!”

Kitado:

Ja! (Lacht.)