(Doet de Street View Trekker af en zet ’m neer.) Goed, zullen we nu beginnen?
O, beginnen we nu pas?
Ja (lacht). Wil jij jezelf even voorstellen, Kawai-san?
Oké, ik ben Kawai van Google. Ik ging in 2007 aan de slag bij het bedrijf, dus komend jaar wordt mijn zevende jaar. Kort nadat ik bij Google was begonnen, kreeg ik van mijn baas de opdracht om Google Maps te maken. Mijn eerste gedachte was: “Wat?! Kaarten?!” Ik was technicus van origine en als ik aan Google dacht, dacht ik aan zoeken. Dus ik had alleen werk in die richting verwacht.
Je kreeg de opdracht om werk te doen dat totaal anders was dan je verwachtte.
Precies. Maar toen ik begon, kwam ik erachter dat er veel komt kijken bij het maken van kaarten en dat ze erg interessant zijn.
Je raakte betrokken bij het project en werd enthousiast over kaarten.
Ja. Binnen drie à vier maanden werd ik er helemaal door opgeslokt. Je kunt geen nieuwe kaart maken zonder dat er mensen voor in actie komen, maar om in actie te komen hebben mensen kaarten nodig. Is dat niet ontzettend interessant?
Mensen die in actie komen en kaarten horen bij elkaar.
Precies. De meeste diensten van Google vallen volledig binnen de grenzen van het internet, maar dat kan niet gezegd worden van een kaart. Het is interessant hoe ze een verbinding vormen die interactie tussen het internet en de echte wereld mogelijk maakt.
Je weet maar nooit. Stel dat iemand die dit leest zijn werk niet interessant vindt en zich er negatief over uitlaat. Afgaand op hoe jij dat ervaren hebt, Kawai-san, zou je kunnen zeggen: “Als je volhoudt, kan het je nog verbazen hoe interessant het kan worden.”
Daar geloof ik ook echt in. Daarna veroverde Google Maps Amerika en begonnen we te praten over hoe we het in de rest van de wereld konden aanbieden. Ik had de leiding over Japan, maar in 2011, toen Street View ook in Europa en Afrika moest worden geïntroduceerd, keerde ik terug naar het hoofdkantoor in Amerika en had ik de wereldwijde leiding over Street View.
Dus een Japans persoon heeft de leiding over het Street View-project dat nu overal ter wereld beschikbaar is.
Ja – toevallig wel (lacht).
Hoe is Street View begonnen, voor zover jij weet? Het zal al lastig genoeg zijn om alleen maar kaarten te maken, maar je moest met niets beginnen en overal naartoe draven om foto’s te maken van elke locatie. Dat zal heel wat vastberadenheid hebben gevergd.
Ja. Maar de ambities waren aanvankelijk niet zo groot. De meeste Google-projecten beginnen eenvoudig – zo van: “Het zou fantastisch zijn als we dit konden doen…”
Net als met deze software (lacht)!
Ja (lacht)! Ik heb nog een anekdote over Street View: op een dag nam Larry Page, medeoprichter en de huidige directeur van Google, een video mee naar werk die hij had gemaakt vanaf de passagiersstoel van zijn auto. Hij vroeg het personeel of ze zoiets konden doen.
O… Dus daar kwam de inspiratie vandaan. Het idee om gegevens van landschappen over de hele wereld te organiseren, is thuis ontstaan.
Nou, de reden waarom dat later werd toegevoegd, was dat je kaarten vanuit een horizontaal perspectief gebruikt. Kaarten moesten niet alleen een bovenaanzicht bieden, maar het zou fijn zijn als je ze ook van opzij kon bekijken. Maar eigenlijk begon het met het idee dat het cool zou zijn als we het volledige zichtbare landschap zouden fotograferen en iedereen dit kon zien.
Maar het zou niet eenvoudig zijn om serieus te proberen al die landschappen van over de hele wereld te bewaren.
Ja, dat was erg moeilijk. Eerst probeerden we het met een grote camera op een bus, een kleine vrachtauto. We plaatsten tal van computers in de bagagerekken en gebruikten twee grote generatoren om apparatuur aan te sturen, als in een klein datacentrum. Maar we kregen met allerlei problemen te maken: door de rook uit de generatoren kwam de binnenkant van het busje blauw te staan en de wagen werd te zwaar om te rijden!
(lachen.)
Uiteindelijk lieten we deze ‘hoe groter, hoe beter’-benadering varen en deden we alles weg wat niet echt noodzakelijk was. We voorzagen een eenvoudige, normale auto van camera’s en computers die je in de winkel kon kopen, en gebruikten zo min mogelijk apparatuur.
Hoe was het toen je in Japan met Street View begon? Ik stel me zo voor dat je daar met een hoop problemen te maken kreeg die er in Amerika niet waren.
We begonnen in 2008 met Street View in Japan, maar de straten zijn nauw en druk. Er zijn een hoop omstandigheden die specifiek zijn voor Japan, dus we proberen die stuk voor stuk op te lossen als ze zich voordoen.
Hoe hebben jullie foto’s gemaakt van locaties waar je niet met de auto bij kon?
Er zijn meerdere manieren, maar soms gebruikten we grote driewielers. We monteerden er een camera op, een pc en een generator, dus als ze voorbij snorren hoor je zo’n “vrrrr”-geluid, als bij een portable straatkraampje. Ze hebben geen extra accu of zo, dus het is best lastig (lacht)!
Een bedrijf dat bekendstaat om zijn technologische staat van dienst, moet hard ploeteren om al die locaties te fotograferen!
(Lacht.) Locaties als de Fushimi Inari-Taisha-tempel in Kyoto zijn steil en moeilijk begaanbaar, dus ik weet nog hoeveel moeite we hadden om ze te fotograferen vanaf een driewieler. Maar voortaan is de Street View Trekker ook van de partij, dus dat zal nog betere beelden opleveren.
Hoe hebben jullie de binnenkanten van gebouwen gefotografeerd?
Dat ging vrij primitief: we plaatsten een camera op een dolly. Als een GPS13 niet werkt, meten we de afstand aan de hand van het aantal wielrotaties, zoals ze ook doen op een marathonparkoers. Aan de hand van de afstand en straal konden we onze positie bepalen.13. GPS (global positioning system): een systeem dat satellieten gebruikt om je locatie op aarde nauwkeurig te bepalen.
O…
Toen we het eerste prototype maakten, was de camera te zwaar en rammelde hij maar wat rond. Dat leverde bewogen foto’s op. Daarom hebben we het gewicht aan de onderkant verzwaard, om het middelpunt van de zwaartekracht te verplaatsen. Toen was het weer te zwaar om mee te rijden (lacht)! We weten ons te redden door diverse oplossingen in elkaar te flansen.
Het is verbazingwekkend om te zien hoe jullie allerlei methodes uitdokteren, als een baby die over de grond kruipt. Maar door al die problemen op te lossen, kunnen jullie al die foto’s maken.
Ja, maar als je die oplossingen van dichtbij bekijkt, zijn ze verrassend eenvoudig.
Ik wil je iets vragen. Hoeveel mensen en voertuigen worden er ingezet om de kaarten van Japan te maken, en hoeveel kilometers zijn er daarvoor afgelegd? Er is vast iemand die dat zou kunnen achterhalen met een Fermi-schatting14 (lacht).14. Fermi-schatting: door middel van logisch redeneren een snelle schatting maken van een hoeveelheid, waarbij het controleren van die schatting voor praktische problemen zou zorgen.
Eh, we hebben alleen nog de belangrijkste steden van Japan gedaan, dus dat is ongeveer de helft. En de stedelijke landschappen veranderen razendsnel, dus het is niet zo eenvoudig om te zeggen dat we een X aantal voertuigen nodig hebben om een bepaald aantal kilometers te dekken.
Aha, ik snap het. Gebouwen en landschappen veranderen met de jaren, dus je kunt niet simpelweg zeggen dat je een specifieke hoeveelheid wagens nodig hebt of hoeveel tijd het precies zal kosten.
Het klimaat en de seizoenen spelen ook een rol, dus er zit niets anders op dan er jaren de tijd in te steken. Terwijl we zo hard werken als we kunnen om de rest van Japan op de foto te zetten, worden de belangrijkste steden alweer geüpdatet. In vergelijking met andere plaatsen, heeft Kyoto misschien wel de meeste updates gehad – omdat ik dol ben op Kyoto (lacht)!
Dankjewel (lacht)!
© 2024 Nintendo.