2. Op weg naar een gezamenlijk doel

Iwata:

Kiyota-san, jij bent dus bij dit project betrokken geraakt, omdat iemand die in het kantoor werkt je heeft aangeraden.

Kiyota:

Ja. Tot dat moment heb ik onder meer aan de muziek van PokéPark Wii10 gewerkt en het openingsnummer van Glory of Heracles11 gezongen. 10 PokéPark Wii: Pikachu’s Adventure is een actie-avonturenspel dat in december 2009 in Japan verscheen voor het Wii-systeem. Het spel werd uitgegeven door The Pokémon Company. 11 Glory of Heracles is een RPG die in mei 2008 in Japan werd uitgebracht voor het Nintendo DS-systeem.

Iwata:

Dus je schrijft niet alleen liedjes, je zingt zelf ook.

Kiyota:

Precies. Toen Dog Ear Records vroeg wie er interesse had om muziek te componeren, stak ik meteen mijn hand op en zei ik dat ik het heel graag wilde doen. En zo belandde ik in één klap in dit project.

Iwata:

Je lijkt er nogal blij mee (lacht)!

Kiyota:

Ja, dat ben ik ook... (lacht)! Weet je wat het is? Als kind was ik al gek op spellen en op de middelbare school speelde ik spellen waar Mitsuda-san en Shimomura-san aan hadden gewerkt. Daarom ben ik zo blij dat ik de kans had om samen met hun aan deze titel te werken.

Iwata Asks
Iwata:

En vandaag mag je hier naast ze zitten...

Kiyota:

Ik glunder helemaal (lacht)!

Iwata:

(Lacht.) Ik zal je later meer vragen over hoe je de muziek hebt gecomponeerd, maar laten we ons eerst even tot Ace+ wenden. CHiCO-san, wil jij jullie driemansteam even voorstellen?

CHiCO:

Zeker. Samen met Tomori-kun, die hier naast me zit, vormen we een eenheid met de naam ‘Ace’. Als we vervolgens Hiramatsu-kun aan die eenheid toevoegen...

Iwata:

...krijg je ‘Ace+’.

CHiCO:

Precies! Deze keer hebben we als een driemansteam gewerkt. Mijn achtergrond is het theater, waar ik niet alleen acteerde, maar ook de muziek uitkoos die we tijdens optredens afspeelden. Omdat mijn zelfgemaakte liedjes beter op het script en het verhaal aansloten dan bestaande nummers, en omdat het sneller ging als ik de muziek zelf bedacht, raakte ik verwikkeld in muziekcompositie. Langzamerhand kwam ik van de theaterwereld in de muziekwereld terecht en uiteindelijk ging ik aan de slag bij een muziekbedrijf. De directeur vroeg me vervolgens of ik geïnteresseerd was om de muziek voor een spel te maken en het eerste spel waaraan ik werkte was Minna de Tamagotchi12. Ik bleef in de weer met spellen. En behalve het schrijven van muziek, heb ik onlangs ook het themanummer ingezongen van Luminous Arc 3: Eyes13, een spel waar Mitsuda-san als producent aan werkte. 12 Tamagotchi 64: Minna de Tamagotchi World is een partyspel voor het Nintendo 64-systeem dat in december 1997 alleen in Japan werd uitgegeven door Bandai. 13 Luminous Arc 3: Eyes is een tactische RPG voor het Nintendo DS-systeem die in december 2009 in Japan werd uitgegeven door Marvelous Interactive.

Iwata Asks
Iwata:

Minna de Tamagotchi werd uitgebracht voor het Nintendo 64-systeem, dus dat is best lang geleden.

CHiCO:

Ja, inderdaad. Het is nu ongeveer 13 jaar geleden. Het voelt alsof ik sindsdien altijd aan muziek voor spellen heb gewerkt.

Iwata:

En hoe zit dat met jou, Tomori-san?

Tomori:

Nou, mijn verhaal komt min of meer overeen met dat van CHiCO. Ik was oorspronkelijk gitarist en net als CHiCO werkte ik aan de muziek van Minna de Tamagotchi. Sindsdien ben ik altijd werkzaam gebleven in deze industrie.

Iwata Asks
Iwata:

Dus je hebt alleen muziek gemaakt voor spellen?

Tomori:

Nee, ik doe allerlei dingen. Soms trad ik op en vervolgens schreef ik weer nummers. De basis van mijn werkzaamheden wordt nu gevormd door Ace, samen met CHiCO, bij Universal Music. Maar naast het maken van muziek voor spellen, blijf ik tegelijkertijd liedjes schrijven voor andere artiesten en maak ik soundtracks voor films en reclamespotjes.

Iwata:

Dus je bent werkzaam op allerlei verschillende terreinen. En dan is het nu eindelijk jouw beurt, Hiramatsu-san.

Hiramatsu:

Ik ben ook al van kinds af aan dol geweest op spellen. Toen ik op de basisschool zat, voerde ik muzikale partities uit tijdschriften in op een computer bij ons thuis. Daar speelde ik dan een beetje mee, om zo mijn eigen muziek te maken. Sinds ik op de middelbare school een band had gevormd, ben ik volledig verslaafd geweest aan muziek. En zo werd ik uiteindelijk wat ik nu ben. Tegenwoordig houd ik me bezig met de compositie en arrangementen voor tv-spotjes en films, maar ook speel ik begeleidende keyboardmuziek en programmeer ik het geluid voor verschillende artiesten. Door de kans te hebben gehad om deel uit te maken van dit project, heb ik de tijden dat ik helemaal werd opgeslokt door videogames opnieuw kunnen beleven. En ik heb er erg veel plezier aan gehad om te zien wat voor muziek ik tegenwoordig kan bedenken.

Iwata Asks
CHiCO:

Eh... Hiramatsu-kun is eigenlijk een Nintendo-fan in hart en nieren.

Iwata:

Heel erg bedankt (lacht)!

CHiCO:

En volgens mij is hij wel een zogenaamde ‘hardcore gamer’. Toen we de muziek maakten, bekeek hij de dingen niet alleen vanuit auditief perspectief, maar verwees hij ook naar de ingewikkeldste details van het spelverhaal. Dan zei hij dingen als: ‘Dat betekent eigenlijk dit...’ (Lacht.)

Iwata:

Dus zijn rol binnen het team was om zijn enorme kennis aan te boren...

CHiCO:

Precies (lacht)! Dus hij was echt een enorme plus voor Ace!

Iwata:

Wat ik me afvraag: hoeveel liedjes bevat Xenoblade Chronicles eigenlijk in totaal, Takahashi-san?

Takahashi:

Er zijn ongeveer negentig nummers.

Iwata:

Dat zei je even tussen neus en lippen door, maar dat zijn wel heel veel liedjes. Het kost zoveel moeite om zelfs maar één nummer te schrijven.

Takahashi:

Dat klopt. Daarom moesten we er met zes muzikanten aan werken.

Iwata:

Juist. Welnu, als ik zo luister naar wat jullie me allemaal net hebben verteld, begrijp ik dat er enkele onder jullie zijn die al vele jaren alleen maar bezig zijn geweest met het maken van muziek voor spellen, terwijl er op hetzelfde moment anderen zijn die muzikale interesses hebben buiten de wereld van videogames. Volgens mij moet dat een weelde aan ervaring opleveren. Takahashi-san, kun jij me wat meer vertellen over de manier waarop je nummers voor deze titel hebt verdeeld?

Takahashi:

Nou, wat bijvoorbeeld Mitsuda-kun betreft: hij wist wat voor muziek we zochten. Sterker nog, ik zou zelfs zeggen dat het precies andersom was: als ik iets aan hem vroeg, wist ik met wat voor muziek hij zou komen. Dus in veel gevallen hoefde ik alleen maar duidelijk te maken naar wat voor sfeer we zochten en dan kon ik hem zijn gang laten gaan.

Iwata:

Je kende hem al zo lang dat je het gevoel had dat je hem zijn gang kon laten gaan.

Takahashi:

Precies. Maar bij deze titel hadden we zes muzikanten, elk met hun eigen specialisaties en stijl. Ik wist dat de soundtrack als geheel erg onsamenhangend zou klinken, als ik ze allemaal vrij spel zou geven en ze hun instincten liet volgen.

Iwata Asks
Iwata:

Dat is precies wat ik je van het begin af aan wilde vragen. Als je mensen verzamelt die nog niet eerder samen hebben gewerkt, moet je hun individuele talenten behouden, zonder de algemene samenhang van de muziek te verliezen... Wel, dat is makkelijker gezegd dan gedaan, nietwaar?

Takahashi:

Zeker. Dus allereerst schiep ik in mijn eigen hoofd een helder beeld van de soort muziek die zou passen bij de sfeer in elke scène. Ook al vreesde ik dat het mogelijk nogal onbeleefd zou overkomen, deelde ik tal van voorbeelden uit en zei ik: ‘Voor deze scène hebben we muziek met zo’n sfeer nodig.’

Iwata:

Dus je gebruikte voorbeelden van bestaande nummers om de soort sfeer over te brengen die je wilde hebben.

Takahashi:

Inderdaad. Maar helaas waren de resultaten aanvankelijk niet al te best.

Iwata:

Hoezo?

Takahashi:

Ze werden te veel beïnvloed door de voorbeelden en waren niet in staat om muziek met een eigen geluid te maken. Dus het was een erg ingewikkeld proces: herhaaldelijk laten zien hoe het niet moest, iedere artiest de ruimte geven om zijn eigen persoonlijkheid in de muziek te stoppen, maar tegelijkertijd één enkele richting uitstippelen voor een samenhangend eindproduct.

Iwata:

En had je altijd het laatste woord?

Takahashi:

Ja.

Iwata:

Mitsuda-san, jij hebt vele malen met Takahashi-san samengewerkt. Ik neem dus aan dat je het klappen van de zweep al wel kende...

Mitsuda:

Ja, dat klopt.

Iwata:

Maar Kiyota-san en de anderen, jullie werd gevraagd om muziek met een bepaalde sfeer te maken. Vervolgens mochten jullie je creatie nerveus presenteren, om vervolgens te horen te krijgen dat het niet goed was...

Kiyota:

Precies.

Iwata:

Hoe voelden jullie je op die momenten? Waren jullie niet bang?

Kiyota:

Ik was doodsbang (lacht)! We uploadden een nummer en wachtten dan tot het antwoord via e-mail binnenkwam. Het was alsof je zat te wachten tot je tentamenresultaten op het mededelingenbord werden geprikt. Soms kregen we lof toegezwaaid, en dan waren we buiten zinnen van blijdschap...

Iwata:

Dus als je een complimentje kreeg, was je dolgelukkig.

Kiyota:

Maar meestal was het niet goed.

Iwata:

Voelde je je dan erg terneergeslagen?

Kiyota:

Nou, weet je, we moesten een deadline halen, dus daar concentreerden we ons op. Dan liep je door het huis, terwijl je jezelf moed probeerde in te praten: ‘Ik ga een geweldig nummer schrijven! Ik kan het!’

Iwata Asks
Iwata:

(lacht.)

Kiyota:

Maar het was een erg leerzame ervaring. Want als een creatie werd afgekeurd, legde Takahashi-san ons erg duidelijk en precies uit hoe we de muziek moesten aanpassen.

Iwata:

Zou je kunnen zeggen dat hij het beste in je naar boven haalde?

Kiyota:

Ik zou zeggen dat er echte eureka-momenten waren: ‘Wauw! Dat ik zo een nummer kon schrijven!’

Iwata:

Dus Takahashi-san wist sterke punten bij je naar boven te halen, waarvan je niet wist dat je ze had.

Kiyota:

Ja, dat is precies hoe het voelde. Ik had nog nooit een stuk muziek bedacht dat ‘onbehaaglijkheid’ als thema had. Omdat Takahashi-san allerlei dingen uit me wist te halen, kon ik een scala aan nummers over onbehaaglijkheid schrijven: ‘Onbehaaglijkheid I’, ‘Onbehaaglijkheid II’, ‘Onbehaaglijkheid III’ en ga zo maar door...

Iwata:

Dus je wist allerlei stukken te bedenken, puur op basis van het thema ‘onbehaaglijkheid’ (lacht).

Takahashi:

Nou, er zijn veel verschillende soorten onbehaaglijkheid. Er is uiterste onbehaaglijkheid, enige onbehaaglijkheid, de onbehaaglijkheid die een man voelt... Als ik erom vroeg, kreeg ik het ene na het andere voorbeeld.

Kiyota:

Ik schreef ook muziekstukken met ‘angst’ en ‘schrik’ als thema. Als je op die manier muziek maakt, raak je er vanzelf door opgeslokt. Dus als je een stuk componeert over het thema ‘onbehaaglijkheid’, ga je je steeds minder op je gemak voelen, net zolang totdat je denkt: ‘Als hij dit afkeurt, krijg ik een zenuwinzinking!’

Allen:

(lachen.)

Kiyota:

Daarom heb ik echt alles wat ik in me had eruit geperst, om te proberen de muziek te bedenken. En daardoor ben ik nu helemaal leeg... (Lacht.)

Allen:

(lachen.)